23 juli 2007

Bij de publieksbalie

"Heee! Jij hier?"
"Ja, ik kom even mijn paspoort ophalen. Ik ga volgende week op vakantie."
"Joh, wat goed van je. Dat zal niet makkelijk zijn."
"Valt mee hoor."
"Gaat het allemaal een beetje dan? Heb je het al een beetje verwerkt?"
"Ja. Gaat best goed. Sja, afgelopen februari was het een jaar geleden, en dan denk je er wel even aan natuurlijk."
"Natuurlijk! Mis je hem?"
"Nou, ja en nee. Ik bedoel; we deden natuurlijk altijd alles samen. Dus als ik een eindje ga fietsen dan mis ik hem wel ja."
"Ja, jullie deden altijd alles samen ja. Vijfendertig jaar, toch?"
"Ja, zesendertig ja. Zesendertig jaar samen."
"En hoe snel is het gegaan?"
"Binnen drie maanden was het bekeken."
"Ja, darmkanker gaat altijd hard hè."
"Ja. Dat ging hard ja. Maar goed. Het leven gaat door."
"Ja. Het leven gaat door. En nu op vakantie?"
"Met Ted. We gaan naar Marbella."
"Ted?"
"Ja, van de schaakclub van Frans, weet je wel?"
"O ja! Maar lekker zeg. Marbella."
"Ja, ik ben wel toe aan een beetje zon."
"Ja zeg. Het weer is hier echt huilen met de pet deze zomer."

22 juli 2007

B.

En ineens zit hij daar, op mijn bank, op zondagochtend. Een man die me aan het lachen maakt, een man die boeiend kan vertellen. Een man die niet bang is voor gevoel, maar wel vlees eet, geen wierook brandt en voor zover ik weet geen sandalen draagt. Een man die misschien wel van me zou kunnen winnen met Triviant. Een man die ik ken van vroeger, maar vooral van nu.

Hij zit daar, op mijn bank, op zondagochtend. De man die ik een week heb moeten missen en ook daadwerkelijk miste. Een man die mij mijn nachtrust afpakt, wegens het urenlang praten en wijn drinken en zoenen en nog meer praten. Een man die geen enkele moeite heeft mijn leven binnen te wandelen. Ik gooi de deuren wagenwijd open.

Hij zit daar op mijn bank, inmiddels zondagmiddag, en ik denk aan mijn boek dat uitnodigend open op het tafeltje ligt, het wasje dat ik nog moet draaien. De plantjes die ik water wil geven en even wil aaien. Lavendel. Heerlijk om te aaien. Ik denk aan voetjes op de poef en een plaatje draaien, hoofd achterover op de rugleuning. Ik denk aan zalig weer alleen zijn.

Hij gaat weg en ik denk 'Het is goed zo.' Ik gooi mijn voeten op de poef, zucht diep en sla mijn boek open. En kan geen regel lezen. Mijn hoofd dwaalt af naar zijn verhalen en zijn lach en zijn arm om me heen. Ik glimlach zachtjes voor me uit bij de gedachte aan hem, volgende keer op mijn bank. Ik kan het niet laten en stuur een sms; dat ik de Prosecco die ik strijdlustig zei alleen te gaan drinken voor volgende keer bewaar.

Verliefd zijn en tegelijk mij zijn, met al mijn hang naar vrijheid en alleenheid; wàt een lastig maar heerlijk ding.

11 juli 2007

Grote Belangrijke Klant

Nimmer draag ik een mantelpak. Ik ben niet mantelpakkig. Ik ben van de rare jurkjes met roze laarzen. Ik hou mezelf voor dat mijn klanten dat op prijs stellen. Als je iets van jezelf laat zien heb je immers sneller een band, denk ik zo. Maar nu heb ik Een Grote Belangrijke Klant. Een klant waar ik al drie weken tegenop zie. Een Klant die eisen kan stellen, omdat ze Groot en Belangrijk is en veel geld heeft.

Ik wurmde mij in mijn enige mantelpak. Keurig. Grijze krijtstreep. Knalgele laarzen eronder; zoveel concessies wil ik nou ook weer niet doen. Tijdens de intake was ik afstandelijker dan normaal. Professioneler dan gewoonlijk. Geloofwaardig en verstandig, terwijl mijn gele neuzen nerveus tikten tegen de poot van het bureau. Ik eiste een technisch meneer. Twee minuten later stond er een technisch meneer voor me, die zich aan me voorstelde en zijn collega's vroeg of ik het nieuwe hoofd van de afdeling was. Het mantelpak deed haar werk.

Mijn Groot Belangrijk Contactpersoon zat tegenover me bij de lunch. Hij vertelde over zijn gezin. Vroeg of ik 'vrijgezellig' was. Ik antwoordde lachend dat dit wel een geestig moment was om het te vragen. Omdat ik het niet zo goed weet. Hij vertelde hoe hij zijn vrouw had ontmoet. En dat hij eerst geen kinderen wilde, maar nu blij is met de verrijking van zijn leven. Hij vertelde dat je in een relatie met kinderen elkaar niet uit het oog moet verliezen. Dat je af en toe de kinderen naar oma moet schoppen en met zijn twee uit eten moet. Om weer eens te praten over iets anders dan de koters. "Neem deze wijze les aan van papa," zei hij lachend. Ik prakte mijn kroket op mijn boterham en lachte mee.

's Middags trok ik mijn jasje uit en hing het over de rugleuning van mijn stoel. Mijn Groot Belangrijk Contactpersoon heette Erwin. Ik heette annemárie. Eensgezind gingen we aan het werk.
Het mantelpak vergeten.

10 juli 2007

Hennescrisis

Ken je die spiegels bij de Hennes? Die spiegels die je zó kan draaien dat je kunt bekijken of je van achteren geen olietanker lijkt? Prima spiegels, als je wilt checken of de broek het leuk doet om de billen. Prima spiegels, als je wilt checken of die rits van achteren niet bobbelt. Maar in je slipje en je bh, met je witte harige bovenbeentjes. Met die hobbel net boven/onder/op de heupen. Met die kuiltjes waar je geen kuiltjes wilt zien. In mijn ondergoed is die spiegel mijn vijand.

Ik probeer er omheen te kijken, maar kan het niet nalaten. Het is als een auto-ongeluk op de andere rijbaan. Het is als praten met iemand met een ontzettende wijnvlek in het gezicht. Het is als als die dode kat op de vluchtstrook. Je wilt niet kijken, maar kan het niet laten.

Ik zie een ander lichaam dan ik vroeger had. Die magische 60 kilo-grens heb ik het laatste jaar overschreden. Ik denk niet dat ik haar ooit terug ga zien, behalve in mijn binnenspiegel. Gekleed zie ik er piekfijn uit. In mijn ondergoed, onder de tl-verlichting, de spiegel op de billen gericht, zie ik een ander lichaam dan vroeger. Een lichaam dat past bij mijn leeftijd. Een lichaam dat recent een paar weken in een rolstoel zat. Eén been dunner dan het andere. Grote rode littekens op mijn dijen.

Vanavond ga ik even eten met vriend E. Waarschijnlijk neem ik een groot stuk vlees met frieten. Die ik wellustig in de mayonaise doop. Waarschijnlijk drink ik een biertje. Waarschijnlijk prik ik lusteloos in mijn salade. Ik ben nu eenmaal geen joggend volkorenbrood-etend salade-lievend meisje. Ik hou van frieten. Ik hou van een biertje. Ik hou van kaasjes en toastjes en grote stukken vlees. Ik hou van avonden lang borrelen met fijne mensen, bitterballen bij de hand.

Soms, bij de spiegel van de Hennes, moet ik even zuchten. Denk ik weemoedig aan het moment dat een jongen tegen mij zei "Je hebt mooie benen. Andere meisjes hebben soms van die putjes." En dat ik dacht "Putjes? Huh? Wat bedoel je?" Dat moment is inmiddels vijftien jaar geleden.

Maar mijn lijf is mijn lijf. Mijn lijf kan lopen, praten, lachen, nadenken, verliefd zijn, verdrietig zijn, dansen en zingen. Hoewel ik dat zingen beter kan laten. Ik hou nou eenmaal van frieten en biertjes en bitterballen. Soms een tomaat, maar laten we het vooral niet overdrijven. 61 kilo pure annemárie. 61 kilo pure levenslust.

07 juli 2007

Bij de Schlemmer

Het was 20:54. Vier minuten moest ik nog in de auto blijven zitten van mezelf. 'Een uur of negen?' hadden we gemaild. En ik was nerveus. Wat nu als ik binnen kwam lopen en ik zou hem niet herkennen. Wat nu als er geen tafeltje vrij was. Wat nu als hij überhaupt niet zou komen. Zou ik dan mijn glas wijn drinken en met hangende pootjes weer moeten vertrekken?

De deur van de parkeergarage sloeg achter me dicht. Een jongen kwam aanfietsen, stapte af, wilde zijn fiets op slot zetten. Ik zag het meteen. Het was hem. Tien jaar ouder. Een beetje dikker. Iets minder haar. Maar precies dezelfde B van vroeger. We lachten en kusten elkaar gedag, liepen naar de kroeg waar we afgesproken hadden. Het gesprek was nog wat stuntelig. Aftastend.

Sluitingstijd. Op tafel een bakje olijven, onze lege glazen. Onze ellebogen die allevier het gesprek inleunden. Ietsje dikker, ietsje kaler, maar nog precies dezelfde glimlach. Precies dezelfde gebaren, dezelfde anecdotische manier van vertellen. Tien jaren lagen tussen onze laatste ontmoeting en deze. Tien jaar die we wel aangeroerd hebben in het gesprek, maar Het Nu bleek voor ons allebei interessanter. In Het Nu raakten we niet uitgepraat.

Mijn vriendje van vroeger. Wàt een leuke man.

02 juli 2007

De geit van dokter Sanders

Ze heeft een aanstekelijke giechel. Ze lacht haar tanden regelmatig bloot. Ze is rustig en professioneel en verzint slimme dingen voor onze klanten. Ze houdt van de H&M en de Zara en kan de dag niet doorkomen zonder koffie. Ze draagt stiletto's en verft haar haar rood.

Onderweg terug van onze klant in België verzuchtte ik "En dan zometeen met een wijntje op de bank! En spareribs bestellen! Man, daar heb ik zin in."
Ze giechelde en zei "Ik zou het niet weten, dat mag ik niet."
"Is dat vanwege je geloof?"
"Ja."
"Dus je bent praktizerend moslim? Hoe uit zich dat dan?"
"Nou ja, ik drink geen alcohol. En ik eet geen varkensvlees. En ik bid vijf keer per dag."
"Maar we zijn net de hele dag samen bij de klant geweest! Hoe doe je dat dan met bidden?"
"Ik heb vanmorgen gebeden, voor ik wegging. Daarom stond mijn wekker ook om kwart voor zes. Dat ik nog even tijd had om te bidden. En dan spaar ik het op, want ik vind het bij de klant niet kunnen. Dus vanavond haal ik het in."
"Echt? En hoe voelt dat dan? Als je bidt? Doet dat iets voor je?"
Ze keek bedachtzaam; een hele verandering na haar gewoonlijke brede lach. "Nou. Ja. Dat is een moment voor mezelf, soort van. Als ik bid ben ik heel even alleen met mezelf en word ik stil van binnen. Het is gewoon even. Ja. Hoe zeg je dat. Rust. Ofzo?"

Hoewel ik mijn glas wijn niet wil vergelijken met welke god dan ook, denk ik dat mijn moment op de bank, mijn moment met mijn glas wijn, mijn moment dat ik de dag van me af laat glijden en mijn benen omhoog gooi. Mijn moment dat ik even helemaal mij ben. Alleen en tevreden. Op de bank. Ik denk dat mijn moment in mijn hoofd precies hetzelfde voelt als haar gebed in het hare.

Ken je dat rijmpje van Annie MG Schmidt?
"De geit van dokter Sanders
is anders, is anders,
is anders van model
dan de geit van dokter Snel
dan de geit van dokter Snel
dan de geit van dokter Snellebellebel."

We zijn anders, maar slechts anders van model.
Dan de geit van dokter Snel.

01 juli 2007

Ode aan Google

291 stukjes schreef ik hier tot nu toe. 291 keer een heleboel woorden die op de pagina kwakte. Woorden die ik combineerde tot zinnen, maar die door Google als aparte entiteiten gezien worden. Als puzzelstukjes binnen het geheel van dit webadres. Ik schreef over mijn familie, schreef over een expositie met veel naakte dames. Over het effect van deze combinatie heb ik me al eerder verwonderd.

Maar bezoekers worden niet alleen door lust naar deze pagina gedreven. Er zijn mensen die diep in de nacht achter hun computer kruipen en Google gebruiken als vraagbaak, therapeut, arts of beste vriend.

Ik heb behoefte aan menselijk contact en ik ben verlieft op de buurvrouw maar dat is volgens mij zo'n geemancipeerde trut. Ze had ineens een baby en ik had altijd geleerd dat als een meisje ongesteld word, is er niks aan hand want dan is ze niet zwanger maar met bindingsangst zwanger raken is voor haar geen probleem want Negeren Bindingsangst staat hoog in haar vaandel.

Ik ben verliefd op de buurvouw maar ik voel me niet thuis in mijn eigen huis. Ik ben chagrijnig labiel en verdrietig want mijn poes loopt weg om te sterven en ik heb ook al ruzie met mijn kutzus en ik dacht dat ik een kutbaan had maar nu kan ik helemaal niet meer werken want ik heb pas een dwarslaesie 2007 en is het leven niet leuk meer met dwarslaesie? Nou, inderdaad. Ik werk graag met mijn ellebogen maar nu kan ik niet meer werken. Ik zit thuis en ga dood van verveling. Hoog eq maakt dat ik alle tv-programma's stom vind. Ik heb een deeltijdstudie geprobeerd maar chagrijnige oude mannetjes op school zijn irritant dus dat was geen succes. Hoe doorbreek je patronen? Ik zal moeten leren leven met het apert syndroom want liefdesverdriet binnen een relatie wil ik nooit meer voelen.

Welk geluid hoor ik? Ik hoor een geritsel in mijn achterhoofd! Nu kan ik me natuurlijk niet concentreren op die speech voor bruid die ik voor zaterdag moet schrijven. Maar die bruiloft wordt vast leuk. Mijn zus komt niet. De buurvrouw komt niet, want die zit met haar baby thuis. Er zijn vast een heleboel andere leuke mensen.

Ik had behoefte aan menselijk contact en voel me ineens een tikkie beter. Ik denk dat ik even ga werken aan mijn collectie stickers voor paardenhoeven.