27 november 2007

Verslaafde vis

Sterrenbeelden... altijd een dankbare inspiratie als je een cadeau moet kopen voor iemand die je wel kent maar niet kent. Zo kreeg ik vroeger ooit een mok: 'Vissen - their problem: to give themselves without losing themselves' Met een plaatje van een vissende koe. Wat die daar deed vraag ik me tien jaar na dato nog steeds af. En waarom de mokkenmakers kozen voor een rare amalgamatie van Engels en Nederlands, is en blijft een raadsel. Zo had een vriendin van mij vroeger op haar boekenkast een sticker geplakt met de tekst 'I love my hond'. Heel ergerlijk en geheel terzijde.

Vissen - their problem: to give themselves without losing themselves. Ik kan me er wel in vinden. Ook schijnen vissen vaak last te hebben van hun voetzolen als ze lange einden staan. Helemaal waar. Bovendien hebben wij vissen last van verslavingsgevoeligheid. Schijnt. Afgezien van het feit dat ik in het geheel niet geloof in sterrenbeeldduiding van karaktertrekken, slaan de boeken in dit geval de plank behoorlijk raak.

Verslaving. Drank: mwah. Sigaretten: nogal. Drugs: nee, want dat durf ik niet gezien uitwerking van drank en sigaretten. Werk: voor mij is het woord workaholic uitgevonden. Aandacht: altijd lekker. Schoenen: hoe meer, hoe gekker, hoe kleurrijker, hoe beter. Shoppen in het algemeen: volmondig ja. Poker: ja. Sinds B. mij argeloos uitlegde hoe het precies werkt met een flush en een straight en een full house, klap ik de pokerkoffer bij het minste gerucht van bezoek open. "Goh, gezellig, kom je eten? Kaartje leggen?!" Met trillende handen van voorpret en genot tel ik de fiches uit.

En wat blijkt? Poker speel je niet alleen met vrienden bij een wijntje en een kaasje. Poker kan je ook online spelen! Er zijn sites en sites met even zielige mensen als ik. Mensen die hijgend van de voorpret hun virtuele fiches uittellen en nonchalant op tafel gooien. Ik heb die sites ontdekt. Ik ben verslaafd.

Maar ik ben niet zo goed. Ik verlies vrijwel elke hand omdat ik onmogelijk vol te houden blufhanden bluf. Mijn saldo daalt en daalt en wanhopig roep ik over mijn schouder naar B: "Die klootzak had dus wèl een straight! Waarom bluffen die gasten niet gewoon óók!"

Godzijdank ben ik niet ook nog eens gokverslaafd.
Dit zou mijn creditcard bijzonder veel geld kosten.

Herkenbaar?

22 november 2007

Om de knikkers

"Dan zullen we eens kijken hoe snel we die stapel weg kunnen spelen," grinnikte B, knikkend naar míjn stapel. Een printje van de kaartwaardes op de aluminium pokerkoffer. De koffer met speciale fluweelbeklede vakjes voor de fiches. Een beduimeld instructieboek ernaast, waarin tot op drie decimalen nauwkeurig de winkans van een specifieke hand werd uitgelegd. Een instructieboek dat B. hoogstpersoonlijk had beduimeld.

"Dus wacht even. Als jij nou raise doet. Moet ik dan betten? En mag ik dan ook nog re-raisen? En hoe zit dat dan met check? Is dat nu gratis?" Ik snapte er niets van. Wierp vertwijfelde blikken op het printje dat exact uitlegde hoe two pair zich verhouden tot een flush. Met een harten drie en een schoppen vier ging ik de strijd aan. Nog nooit had ik een fiche aangeraakt, maar nu legde ik achteloos een raise neer. Of heet het dan toch een bet?

Ik ging de strijd aan. En won op een straight. Met een harten drie en een schoppen vier veegde ik B. van tafel. Mijn stapel fiches groeide. En slonk. En groeide. En groeide. "Beginners zijn altijd moeilijk in te schatten," verdedigde B. zich. "Omdat ze gewoon maar wat doen." Ik knikte, fronste, keek naar mijn kaarten. Won weer een hand.

Ik had dat printje oprecht nodig. Keek voortdurend naar mijn kaarten om te checken of die ruiten vrouw ècht in de tussentijd geen schoppen boer was geworden. Ik blufte onvoorspelbaar op onmogelijk te winnen handen. Maar ik won. Kon het niet nalaten "En wiens stapel moest nou precies slinken, volgens jou?" te vragen, met triomfantelijke blik.

Hij verloor. En dat is maar goed ook. Hij kan namelijk tegen zijn verlies. En ik? Ik helemaal niet.

21 november 2007

no title

in de
baas van mijn

buurtsuper schuilt
een stiekeme

poëet


Ik ben er zo een

Ik ben zo'n vrouw. Ik ben zo'n vrouw die een nieuwe vent heeft. Ik ben zo'n vrouw die een nieuwe vent heeft en zich volledig in het nieuwe relatiewezen stort. Hoewel ik na mijn eerste samenwoonperikelen had gezworen dat nooit meer te doen. Zes jaar geleden ging vriendlief het huis uit en bleef ik achter zonder boekenplanken, wasmachine, televisie en vooral - o vooral - zonder sociaal leven. "Nooit meer!" zwaaide ik met mijn vuist in de lucht. "Nooit meer!" bezwoer ik mijn hervonden vrienden met de hand op het hart.

Ik ben zo'n vrouw die zich zes jaar later weer vol overgave in een samenwoonactie stort. Ditmaal iets ouder en iets wijzer en dus soort van met behoud van sociale contacten. Maar o o o wat vind ik het allemaal lastig. Relatie, werk, vrienden. En dan ook nog elke dag iets tikken. Ja. Volstrekt kansloos.

Maar het kriebelt. Toen ik laatst twee gebatikte getiedyede behennahaarde veertigers met sandalen hoorde praten over 'het Wezen van de Vrouw', met hoofdletters. Onder het genot van een kleffe McBacon. Het kriebelt. Toen ik gisteren een meisje van circa vijftien in iets te strakke kleren tegen haar vriendinnetje hoorde zeggen "Jaaa... en toen had hij dus die naaktfoto's van me gemaakt..." terwijl ze verveeld een sliert in haar haar draaide.

Het kriebelt. Wie weet gaat het ook weer tikken. Je weet maar nooit.