"O ja, shit. Hier is het allemaal opgebroken," zei W terwijl we in zijn Fiatje richting mijn droomhuis reden. Ik stelde nog voor de Fiat over de fietsbrug te knallen, maar dat was geen optie. Gezien de leuningen van de fietsbrug, niet gezien het verkeersethos van W. In de mini-fiat krijg je namelijk de neiging heel gekke illegale verkeersdingen te doen. Ik snap dat volledig. Die auto is per slot van rekening niet veel groter dan een fiets.
"Hmmm.. Het uitzicht is matig," vonden W en ik beiden, terwijl we op de makelaar stonden te wachten. Het uitzicht was voornamelijk op een groot quasi-retro lelijk schoolgebouw. Wel een schoolgebouw waar ik zaken mee doe, dus ik stelde me al voor dat ik mijn voordeur uit zou rollen en bij de klant naar binnen zou rollen. Het leek me vooralsnog best een leuk idee.
"Oooo! Het is wel een heel mooi stoepje!" zei ik.
"Schat, die stoepjes hebben ze overal in Rotterdam. Je moet geen huis kopen voor het stoepje."
Ik zuchtte eens en tikte met mijn ergonomische elleboogkruk op het mooie authentieke granito-achtige gebeuren dat zich stoepje noemde. W had gelijk, maar ik bleef hoopvol. We wierpen een blik naar boven en zagen afgebladderde kozijnen en afgebrokkelde dakranden.
"Maar niet rot! Kijk, het is wel droog volgens mij!" hield ik op hoopvolle toon vol.
"Ja, ze is op zoek naar een huis zonder trappen," zei W smalend tegen het veel te gladde makelaarsjong.
"O, ja. Ja, haha. Dan moet u deze eigenlijk niet hebben. Lukt dat wel, zo?"
"Het lukt PRIMA!" zei ik boos. Maar dacht dat het wel een beetje steil was. En krap.
We tikten op kozijnen, trokken behang van de wand, bekeken of muren neer te halen waren of dragend. De 'keuken in oorspronkelijke staat' was zeer oorspronkelijk ja. Oorspronkelijk gebouwd voor mensen van 1.60m. Het balkonhek was in orde, maar de bevestiging aan het balkon zodanig sleets dat je met één klein onverhoeds leunbeweginkje het diepe in zou storten.
"Linnen nog zeker, die bedrading?" vroeg W aan het makeljong. Die moest het antwoord schuldig blijven maar was het met ons eens dat die kans best groot was. En alle leidingen lood ja. Ja, waarschijnlijk wel.
In de badkamer bleek dat je met de buren de Sixtijnse kapel kon naspelen door de scheuren in de muren. Heel gezellig vingertop aan vingertop badderen. De trap naar boven was zo mogelijk nog halsbrekender dan mijn huidige trap; die weliswaar zijn halsbrekendheid nog niet heeft bewezen, maar zich qua heupbrekendheid met de besten kan meten. Het dak was als enige dak in het hele rijtje nog in 'oorspronkelijke staat'. Met als gevolg grote pisgele vlekken op het plafond.
"Je kan misschien met een vochtmeter kijken of het oude of nieuwe lekkage is," zei het makeljong hoopvol. Maar ik zag de treurnis in zijn ogen.
"Ja. Mooi huis ja. Goeie ruimte," zeiden W en ik, "Moet wel veel aan gebeuren."
"Ja, het is echt een opknappertje ja. Maar als je handig bent.." liet de makelaar een betekenisvolle stilte vallen. Betekenisvol en ook een tikkie bedroefd. Het was verkopen tegen de bierkaai, voelde hij al.
We sloegen de deuren van de Fiat dicht. Keken elkaar aan.
"Jezus! Wat een kuthuis!" zei W.
"Maar toch, die hal.." probeerde ik nog.
"Dan koop je dus een hal. En een stoepje. En een paar heel mooie deurklinken."
W was onvermurwbaar. En hij had gelijk. Het huis was een oud lijk. Oud en der dagen zat. Met looien leidingen, linnen bedrading en intiem contact met de buren. Een hopeloos duur karkas met levensgevaarlijke balkonhekken.
Maar toch. Die hal!