Op het dakterras
"Hee schoonheid," zei hij. We omhelsden elkaar gedag. Ergens tussendoor werd een fles wijn geöverhandigfriemeld. We luisterden een muziekje, aten een chipje, dronken een glaasje. Knepen de ogen dicht tegen de ondergaande zon.
"Hoe is het nu met de plannen voor je eigen bedrijf?" vroeg ik, nippend aan mijn wijn.
"Hoe is het nu met je vriendje?" vroeg hij. Naar voren geleund, ellebogen op zijn knieën.
"Deze pianist MOET je horen!" en hij kaapte mijn computer en zette het volume vol open.
"Die ene eerste keer dat wij elkaar spraken," zei hij, "Die ene eerste keer was leuk. Waarom hebben we er toen jaren overheen laten gaan?"
"En nu heb ik je ook alweer maanden niet gezien," lachte ik, "We hebben ons eigen ritme. We komen elkaar af en toe tegen, en dan is het leuk."
"Wij gaan elkaar vaker zien," zei hij vastbesloten.
Ja. Wij gaan elkaar vaker zien. Omdat het heerlijk is met B de zon te zien ondergaan en te filosoferen over het inslaan van nieuwe wegen. Te praten over familiebanden, over werk en leven. Te proosten op de liefde en Het Grote Genieten.
Te proosten op een voorzichtige nieuwe vriendschap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten