05 februari 2007

De fietser

De fietser stak het kruispunt over, maar werd halverwege staande gehouden door een motoragent. De motoragent gebaarde. De fietser gebaarde. Wij zaten met onze teentjes warm boven de houtkachel uit het raam het tafereel met interesse te bekijken.
"Volgens mij wordtie op de bon geslingerd."
"Neeeee, toch?! Dat doen ze toch niet zo snel?"
"De laatste tijd zijn ze nogal van het bonnen. Niks te waarschuwing meer. Kijk maar! Hij moet mee naar de kant."
"Zou hij door rood gefietst zijn?"
"Zal wel ja. Kijk, hij trekt zijn boekje al."
"Wat een onzin! Maar misschien had 'ie een grote bek terug?"

De fietser en de motoragent stonden inmiddels aan de kant. De fietser wees. Wees nog een keer. En nog een keer. En nog eens. Wij legden hem woorden in de mond.
"Ik moet daarheen! Ja daarheen! Hoe kom ik daar? Ik fietste gewoon die kant op! Ja. Die kant ja. Weet ik het zeker? Tuurlijk weet ik het zeker. Die kant was het!"
De motoragent stapte af. Kwam intimiderend dichtbij de fietser. Hief zijn armen. Het had een gebaar van 'wat moet je nou?!' kunnen zijn, of 'ik weet het ook niet meer' of 'kom maar op!'

De fietser wees nog eens. De agent hief zijn armen weer. Onze teentjes waren warm maar onze geest verward. Wat gebeurde daar precies? We werkten hardop mogelijke scenario's uit.

De agent stapte weer op zijn motor en reed stapvoets weg over het fietspad. De fietser keerde om en bleef braaf staan wachten. Toen het licht groen werd, fietste hij het kruispunt over. Hij vervolgde ofwel opgelucht ofwel verward ofwel boos ofwel teleurgesteld ofwel gelaten zijn weg.
Ik had het hem graag willen vragen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hè lekker! Weer een nieuw stukkie!
Tim

Anoniem zei

Mijn god! Ik wil weten waar ze het over hadden!!
E.