Ochtendstress
Het era van het 's ochtends-vloekend-ruiten-krabben is weer aangebroken. En ik heb een probleem, want geen krabber. Ooit kreeg ik een ruitenkrabber van een anonieme weldoener. Ik had blijkbaar zo vaak geklaagd dat iemand het zat was en een krabber met een mooi gedichtje op mijn toetsenbord neerlegde. Ik was er zielsgelukkig mee. Eigen krabber is goud waard.
Maar nu heb ik dus geen krabber meer, of althans; ik kan hem niet vinden. Geen verrassing als je weet hoe mijn auto er van binnen uitziet. Laatst haalde ik hem door de wasstraat, dus van buiten blonk hij je weer tegemoet. Collega T zag mijn dierbare twingo staan en twijfelde even of het de mijne was, zo hard glom de schat. Na een blik door mijn achterruit wist hij het echter zeker. Die collectie lege sandwichverpakkingen, papiertjes, lege pakjes sigaretten, halfvergane broodjes ham, flesjes spa en niet te categoriseren toevallige aanwaaiers als boren, linealen, einden staal en klosjes garen kon maar van één iemand zijn...
Mijn krabber ligt daar vermoedelijk ergens tussen, al een hele zomer lang te verbroederen met mijn ehbo-doos, mijn oude stratenboek, klosjes garen en vele lege sandwichverpakkingen.
En de ellende is: morgen moet ik om half zeven in de auto zitten. Ik moet dus nu alvast gaan incalculeren òf er een ijslaag is, hoe dik die ijslaag dan is, of het misschien twee ijslagen zijn (dat zijn de ergste) en hoe lang het gaat duren om die ijslagen met mijn duimnagel te verwijderen ingeval krabber nog steeds kwijt.
Ik denk dat ik mij morgenochtend wapen met een kaasschaaf, voor de zekerheid.
1 opmerking:
Die collectie van meuk is niets om trots op te zijn ;)
Een reactie posten