Mijn jeugd herleeft..
Toen wij in Noorwegen woonden was ik een jaar of drie-vier-vijf-zes. Mijn buurjongetje heette Ole Andreas en was net iets ouder. Hij deed het niet zo lekker in de buurt, maar ik was idolaat. Wij praatten met handen en voeten in het Noors-Nederlands-Engels en dachten dat als we dingen maar luid genoeg zeiden de ander het wel zou verstaan. Zo herinner ik me dat ik een keer vol trots zei: "This is our town," gebarend naar de seringen en de bessenstruiken. Mijn ouders legden me later uit dat een tuin toch echt garden heet in het engels. Ik zakte door de grond van schaamte. Op mijn vierde ook al een perfectionist. Dat is blijkbaar een diepgewortelde stoornis.
Ole Andreas deed het niet zo lekker in de buurt, maar ik was idolaat. Tot hij op een dag zand in mijn oog gooide. Toen was de liefde voorbij.
De buurtkinderen riepen altijd in koor: "Ole Andreas er en fiskebolle! Ole Andreas er en fiskebolle!" Ole Andreas was een visbal, in hun optiek. Ik wist niet wat een visbal was, maar wel dat het waarschijnlijk een dodelijke belediging vormde.
Met dank aan het Noorse kookboek dat ik zojuist van mijn moeder kreeg, heb ik nu enig idee van 'fiskebolle'. Er komt vis in voor. En aardappelmeel. En bloem. En dan moet je een papje maken en koken. Pocheren, heet het in het kookboek. Stiekem is het natuurlijk gewoon hartstikke een vispapje tot ballen draaien en koken. Je kan er een leuk naampje aan geven, maar het blijft walgelijk. Walgelijk met een mespuntje nootmuskaat; voor de smaak.
Ik weet het nu zeker: Ole Andreas er en fiskebolle.
En dat is Géén Goed Ding.
1 opmerking:
Met bessensap? Het valt me altijd op dat ze in noorwegen overal bessensap overheen flikkeren...
Timo
Een reactie posten