Bij de Bebop
Het geluid zong rond. "Kan je nog even hoog? Ja, ja. Ja, zo issie goed. En laag?" Vriend B soundcheckte in het vrijwel lege jazzcafé. Aan de bar zat een kale man in trainingspak met een biertje voor zijn neus. Hij vroeg of ze ook blazers hadden, dan zou hij een stukje naar achteren gaan. Ik antwoordde geen idee te hebben, want vriend B en zijn jazzvrienden had ik nog nooit zien spelen.
De jongens - inderdaad blazers, een drummer, een bas en pianist B - waren tevreden met het geluid. Ze trokken zich terug aan de bar.
"Wat is het verschil tussen een jazzmuzikant en een kingsize pizza? Een kingsize pizza kan een familie van vier voeden."
"Er komt een jazzmuzikant bij de dokter, en de dokter zegt: Dat ziet er niet goed uit meneer! U heeft nog een maand te leven. Vraagt de jazzmuzikant: ja maar waarvan dan?!"
Ik grinnikte en nipte aan mijn bier.
Ze waren het erover eens dat ze pas gingen spelen als er tien man publiek was. De setlist werd op een bierviltje geschreven. De trompettist deed een riedeltje. Vriend B rookte een laatste sigaret. Er was discussie over Stella by Starlight. Wel doen of niet doen? Ze knakten de knokkels en bewogen zich langzaam richting de hoek die voor podium doorging. Inmiddels was de vriendin van de bassist aan de bar komen zitten. Ze keek hunkerend op, elke keer als de deur open klapte. Iedere keer vals alarm. We zaten gedrieën aan de bar. "Wat een jonge gassies hè," zei de barman. "Het zal me benieuwen."
Twee uur later was de kroeg stampend vol. Iedereen luisterde aandachtig. Er werd geklapt voor solo's. De muzikanten wisselden elkaar af. Tikten met hun voeten en knikten goedkeurend naar de verrichtingen van hun collega's. Namen af en toe een slok. Het was onmogelijk stil te blijven zitten. Aan de overvolle bar tikte mijn voet met hen mee. Vriend B hamerde op de piano en trok een getergd muzikantenhoofd. Op afstand grapte ik met de drummer. Hij ging staan en riep "Deze is voor jou, annemárie!" Ik lachte en bloosde en Padadaaa-Papadada-Dadadapowow-Padadade voor me uit. Ook vriend B droeg een nummer aan me op. Ik glunderde en voelde me een beetje bijzonder. Ook al had ik hem moeten omkopen.
Mijn voet tikte het dekbed heen en weer. Ik deed stilletjes Padadaaa-Papadada-Piedeliedepapa tegen mijn kussen. Jonge gassies, vette jazz, rokerig café en vooroorlogse bierprijzen.
Wàt een heerlijke avond.
4 opmerkingen:
Klinkt als een zalig stukje paradijs, zomaar even hervonden...
Een rokerig jazzcafé? Daar zijn er veel te weinig van!
Ik wil ook zo'n vriend B!
Bebop.. Badopbopbaloebopbalopbamboem
Een reactie posten