08 februari 2007

Bijna oud

Toen ik eerstejaars studentenmeisje was, waren zesdejaars héél oud. Die waren wel 24, en studeerden al jaren. Ze waren wijs en hadden alles op orde. Dacht ik. Op mijn twintigste ging ik samenwonen. Ik voelde me vreselijk volwassen. Ik had alles onder controle. Dacht ik. Samen smeedden we plannen om een huis te gaan bouwen. Mijn schoonouders kochten alvast speelgoed voor de kleinkinderen die ik uit zou broeden. We lachten er luid om, 's avonds in bed. We wilden helemaal geen kinderen. We wilden reizen, en een groot huis met enorme raampartijen, en een bootje voor de deur. We wilden succesvolle carrières, en bespraken dit vol vuur in de kroeg. We zaten iets te vaak in de kroeg om te studeren, dus het bleef bij hypothese. Gloedvolle hypothese, dat wel.

Op mijn 24e was de relatie voorbij. Ik kreeg een vriendje van 19. Het vriendje studeerde nog volop. Op de eerste borrel waar ik vrienden van hem ontmoette, werd ik aangestaard alsof ik een andere levensvorm was. Ik studeerde niet, maar werkte. Rik had een oudere werkende vrouw aan de haak geslagen. De spreekwoordelijke oude fiets. Maar de oude fiets kreeg weer zijwieltjes. Ging ineens naveltruitjes dragen, en mat zich studentikoos woordgebruik aan. Ik genoot als oude fiets met volle teugen van de zijwieltjes, tot ik 26 werd. Mijn ouders waren 26 toen ze trouwden en hadden alles onder controle. Dacht ik. Ik moest ook alles onder controle hebben. In plaats daarvan stresste ik over galajurken en over meisjes van 19 die er veel beter uitzagen in galajurken dan ik.

Ook die relatie ging over. Ik was als oude fiets metaalmoe. Kon het niet meer bijbenen. Naveltruitjes werden belachelijk in plaats van sexy. Ik was 26 en wist het niet meer. Rommelde maar wat aan. Had geen carrière, maar een baan. Had geen relatie, maar vriendjes. Droeg geen naveltruitjes, maar voelde me niet thuis in mantelpak.

En nu nadert de volgende mijlpaal. Ik word dertig. Over twee weken word ik dertig. Ik heb nog steeds geen carrière, maar wel een héél leuke baan. Ik draag soms een pak. Een pak met stiekeme soepvlekken en afgesprongen knopen. Ik heb geen relatie maar een vriendje. Wel een héél leuk vriendje. Ik heb geen groot huis met enorme raampartijen, maar wel een hypotheek. Ik heb geen bootje voor de deur, maar we zijn op zoek naar een aftands opknappertje om deze zomer met roseetjes op het dek te kunnen liggen terwijl we de Rotte af tuffen. Ik heb geen schoonouders die speelgoed kopen, en dat is maar goed ook.

Ik rommel maar wat aan. Alles onder controle.

3 opmerkingen:

CeeBee zei

klinkt allemaal hartstikke lekker, bij jou.

Anoniem zei

Alles onder controle, maar ook weer niet... das pas leven! Goedzo!
Tim

Anoniem zei

Heel herkenbaar. Grappig om te zien dat je soms pas gaat snappen hoe dingen zitten als je in de 30 bent, dus bereidt je voor op nog meer plezier en controle!